Ik ben nogal eigenwijs en ik heb een visie. Dat is lastig als je uitvoerend werk doet. Achteraf terugkijkend ontdekte ik drie grenzen, die ik veel eerder had kunnen stellen.
Als muziektherapeut had ik een duidelijke visie over de behandeling van cliënten. Ik ging uit van intrinsieke motivatie. Externe motivatie, daar geloofde ik niet in. Als je van binnen niet de voordelen ziet van een opgeruimde kamer, dan geef ik je geen schop onder de kont.
Bovendien ga ik voor gelijkwaardigheid. Ik neem een gesprek met een manager net zo serieus als een gesprek met een cliënt. Een manager die mij vanuit haar kamer blijft roepen, terwijl ik met een cliënt in gesprek ben, die krijgt een onverwachte reactie.
Als ik ergens niet in geloof maar ik moet het wel doen, dan raak ik nogal in een soort van doorzet stemming. Ik blijf maar proberen om te voldoen aan de opdracht. Niet handig.
Kortom, het matchte nogal eens niet met mij en de manager. Dus ik ging voor mezelf beginnen. Dat is wel een stap. Maar nu ik erop terugkijk een goede stap. Jobhoppen had ook gekund. Ik werk nu soms weer in de zorg (via komjehelpen.nl) en dan merk ik, dat het zo fijn is om concrete dingen te doen voor mensen. Een luier verschonen, een liedje zingen.
Ik heb veel te lang gewacht met die stap. Het gaf een enorme deuk in mijn eigenwaarde en de overgang hielp ook niet. Voordat ik weer lekker aan de gang was …! Had ik maar eerder opgegeven, hulp gevraagd, hardop gezegd wat me dwars zat.
Grenzen stellen is belangrijk als het niet matcht met je manager. En hoe langer je wacht, hoe slechter het is voor je eigenwaarde. Voegen naar ideeën van een ander, waar je zelf niet in gelooft is een doodlopende weg. Jouw werk wordt minder goed en je vindt het minder leuk.
Grens 1: Zeg het hardop.
Zeg hardop wat je dwarszit. Wel respectvol natuurlijk, als je er te lang mee wacht kan het soms zo rauw vallen. Waarom is dit een grens? Nou, in je hoofd kun je heel lang plussen en minnen en voegen, maar die ander weet daar niets van. Als je het hardop zegt, dan kun je er samen over praten. Dus het is een grens naar van binnen steeds minder blij worden.
Grens 2: Zoek naar andere mogelijkheden, werk niet door en probeer niet gelijk te krijgen. Laat los.
Zo moeilijk! Ik denk nog steeds regelmatig aan de cliënten, waarmee ik een klik had. Met sommige heb ik nog sporadisch contact en ze geven me graag tips voor goede muziek. Ik had het gevoel dat ik ze in de steek liet.
Grens 3: Laat niet alleen de baan los, maar ook de ervaring.
Door een negatieve ervaring kun je onbewust angstige keuzes maken. Zo ging ik met dezelfde doelgroep aan de slag – want dat kende ik – maar nu zonder team. Dat was geen succes. Coaching haalde me eruit. Ik zag wat andere mogelijkheden en ik ging in de actie stand.